Voor echt opwindend bekervoetbal moet je naar Engeland, de bakermat van dit fenomeen. De FA-Cup dateert van 1871 en staat bekend als het oudste voetbaltoernooi ter wereld. Het knock-out systeem floreert al vanaf het begin met voor de kleinere clubs het thuisvoordeel. Klassieke voetbalstadions met houten tribunes komen in beeld bij vele kleinere voetbalclubs met vaak prachtige namen, waarvan je het bestaan niet vermoedt. De hartstocht van de supporters bij het vooral kick and rush voetbal werkt aanstekelijk. Met leeuwenmoed worden de grote profclubs bestreden en verrassingen zijn niet van de lucht. In het Wembley Stadium vindt de ontknoping plaats en dan komen alle emoties en tradities samen. Rudi Dil, oftewel Ruud Gullit behaalt daar zijn enige aansprekende resultaat als trainer. Met de Blues van Chelsea verovert de voormalige winnaar van de Gouden Bal in 1997 de FA Cup en zijn naam als manager lijkt gevestigd. Helaas is de arbeidsethos niet evenredig aan zijn naam en faam en de ster van Ruud Gullit als trainer dooft snel. Wat wil je ook als je liever shopt aan de P.C. Hooftstraat in Amsterdam dan dat je op het trainingsveld op Stanford Bridge in London staat.
Terug naar de historische FA-Cup vol onvervalste voetbalromantiek. De betaalzenders en vercommercialisering in het voetbal heeft er helaas voor gezorgd dat erkende voetbalgrootmachten als Manchester City, Manchester United en FC Liverpool B- of jeugdteams afvaardigen in het FA-toernooi. De echte klinkende munt is te verdienen bij de megalomane Champions Leage en daar moeten de exorbitant duur betaalde sterren met een A-merk aantreden. Daardoor devalueert het FA-toernooi na bijna 150 jaar, eigenlijk een regelrechte schande. Toch blijft het fascinerend om te zien hoe bekervoetbal leeft in Engeland en de Match of the Day is en blijft aantrekkelijk. Vergeleken bij dit opwindende schouwspel is het toernooi om de TOTO KNVB-beker een slap aftreksel, zo niet een lachertje. Betaalde clubs stromen later in en via vreemd aandoende gestuurde lotingen worden speelschema’s allang van tevoren bepaald. Van thuisvoordeel ben je als amateurclubs niet altijd verzekerd en al met gaat de geest uit de fles. Als BVO bereik je voor je het weet de achtste finale en bij een gunstige loting sta je zo in de finale in de Kuip in Rotterdam.
Maar als die bekerfinale er voor jouw favoriete club in zit, kan dat waanzinnig mooi zijn. Dat blijkt in 2001 als FC Twente het zwaar favoriete PSV in de bekerfinale in de Kuip treft. De neutrale toeschouwer kan een op het oog bloedeloze 0-0 niks vinden. Wij als fel meelevende Twente-supporters beleven dat op dat moment anders. Onze favorieten blijven overeind, ook nog in een bloedstollende verlenging. De strafschoppenreeks lijkt in een drama te eindigen, als de ene na de andere Twente-speler hopeloos faalt. Dan staat onze held op: Sander Boschker, afkomstig uit Lichtenvoorde. Hij pareert bij een schijnbaar hopeloze achterstand penalty’s van de weifelende John de Jong, de arrogante keeper Ronald Waterreus en de onzekere Joonas Kolka. Het wordt inderdaad een kolkende Kuip en het beton doorstaat een ware vuurproef door de springende en hossende FC Twente-supporters. Op zo’n moment kan bekervoetbal prachtig zijn. Sander Boschker verdient een standbeeld, die hij later ook daadwerkelijk bij de Grolsch Veste in Enschede krijgt.
Dat beleef ik ook als speler van Vroomshoopse Boys, als we in het seizoen 1975-1976 de een na de andere tegenstander uitschakelen in het landelijke KNVB-toernooi voor de amateurs. De dan nog beresterke eersteklasser OWIOS uit Oldebroek krijgt bij een 0-1 voorsprong in de laatste seconde een tegentreffer om de oren door een fabelachtig doelpunt van Boys-linkerspits Henk Meinderink. We leven nog en dan volgt er een zenuwslopende penaltyserie. Onze excellerende keeper penaltykiller Wicher Kolkman stopt met katachtige reflexen verschillende strafschoppen en we zijn zelf trefzeker.
Het zijn onze laatste heldendaden op het MCC-veld in het centrum van ons dorp voor de overstap naar De Bosrand iets ten westen van Vroomshoop. We staan in de kwartfinale en de reis gaat naar het Telstarstadion in IJmuiden.
Geen Witte Leeuwen in het Telstarstadion, maar de tweede klasser vv IJmuiden, die eveneens verrast in het bekertoernooi. Sponsor Jan Marsman van het gelijknamige lokale aannemersbedrijf wordt ook door het bekervirus gegrepen en stelt bussen gratis voor de Boys-supporters beschikbaar om zo hun blauw-gele favorieten te steunen. Meer dan 400 Boys-luu maken daar gebruik van. Voor ons als spelers is dat natuurlijk een enorme morele steun, al krijgen we direct voor dat bekerduel al een flinke domper te verwerken. De jonge arbiter Maurice de Hond, ja inderdaad, de latere opiniepeiler, laat het afweten, wat nu? Bestuurders van onze club gaan akkoord met het aanwijzen van een clubscheidsrechter van IJmuiden, achteraf een cruciale inschattingsfout. Deze arbiter heet Slim en doet z’n naam eer aan. In onze contreien betekent een “slimm’n” een slechterik en dat doet opgeld in IJmuiden.
We scoren weliswaar twee keer door opnieuw Henk Meinderink en René Klunder, maar kunnen niet op tegen zoveel openlijke slimme partijdigheid van de leidsman. Zo wordt deze kwartfinale met 4-2 verloren van een tegenstander, die op de keeper beschouwd stukken minder dan ons team is. De supporters van de Boys hebben hun ogen ook niet in de broekzak zitten. De nederlaag wordt op het conto van deze thuisfluiter Slim geschreven en er breken heuse relletjes uit bij het Telstar-stadion. De ME moet er aan te pas komen om met rake klappen van de wapenstokken de rust weer te herstellen. Het lied van André Hazes is van toepassing: “Met bloed, zweet en tranen”.
Over het leeg drinken van een gifbeker gesproken: dit gebeurt met onze ploeg al eerder en wel op 19 mei 1971. Dan wordt in Harkema Opeinde in Friesland gespeeld tegen de dan al roemruchte eersteklasser Harkemase Boys. We spelen frank en vrij als underdog tegen de roodhemden en komen in de eerste helft volkomen verdiend met 1-0 voor door een kopdoelpunt van Albert van Straten. Ondanks de onvoorstelbaar fanatiek meelevende Friese supporters, van wie het merendeel op klompen langs de lijn staat, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Tot de 75ste minuut als Harkema-speler Veenstra een glaszuiver buitenspeldoelpunt scoort. Onze grensrechter Arend Vos steekt gedecideerd de vlag omhoog. Scheidsrechter P.J. Delis uit Delfzijl is het met hem eens, maar wil voor de zekerheid nog even met onze linesman Vos overleggen. Had ie beter niet kunnen doen. De woedende en toch al gefrustreerde supporters van Harkemase Boys worden helemaal wild en bestormen het veld. We rennen voor ons leven en maken nog uiterst benauwde ogenblikken door in de belaagde kleedkamer. Bibberend als een rietje komt arbiter Delis even later binnen. Hij wil onder druk van het bestuur van Harkemase Boys en uiteraard van de Friese supporters verder laten spelen. We staan dan al onder de douche en piekeren er niet over deze hel van het Noorden opnieuw te betreden.
De KNVB doet opvallend snel een uitspraak in de geest van “The games must go on”. Harkemase Boys bekert door en de kater is voor Vroomshoopse Boys. Onze vicevoorzitter Jens Gerrits legt de vinger op de zere plek: “Dat is die machtige KNVB weer”. In de landelijke pers wordt zelfs schande gesproken van deze eliminatie achter de groene tafel van de dappere Vroomshoopse derdeklasser. De bedreigde grensrechter Arend Vos krijgt zelfs nog 25 gulden boete vanwege het betreden van het speelveld., onrecht ten voeten uit.
Jaren later interview ik voor het Dagblad van het Oosten de nieuwe Vroomshoopse gereformeerde dominee Joop Dijkstra. De voorganger komt uit het Friese Moddergat en staat ook bekend als sportliefhebber.
Desgevraagd laat hij me weten als jonge supporter van Harkemase Boys ook destijds achter ons aangestormd te zijn. Dan kan deze dominee zeker goed preken over de veldslagen in het Oude Testament, denk ik dan.
Hoe het ook zij, voetbal en emotie horen bij elkaar, een bekend en historisch gegeven. Een halve minuut voordat vv Voorwaarts uit Westerhaar-Vriezenveensewijk op 2 juli 1966 voor 8000 toeschouwers landskampioen wordt, houden de blauwe supporters van IJsselmeervogels zich niet meer in. Een deel van de heetgebakerde aanhang bestormt na een in hun ogen vermeend buitenspelgeval het hoofdveld van het Twistveen. Ach, supporters van Vroomshoopse Boys, Voorwaarts, Harkemase Boys en IJsselmeervogels hadden toen wel iets van elkaar. Het was een combinatie van een soms blinde clubliefde en een primaire instelling en een mentaliteit van ruwe bolster en blanke pit. Het zit in de genen en in de volksaard. Eigenlijk is dat nog zo, maar dat is nu wat minder manifest.
Bijna vijftig jaar na het slagveld in Harkema-Opeinde speelt de huidige lichting van Vroomshoopse Boys op17 augustus 2019 in het grote landelijke TOTO KNVB-bekertoernooi op De Bosrand tegen derde divisionist EVV uit het Limburgse Echt. Na veel strijd gaan onze favorieten eervol ten onder. Veel volk langs de lijn en een aantrekkelijke extra bonus van de KNVB werkt als zalf op de kleine sportieve wonde. Dat bedrag wordt door de Boys aangewend voor de jeugdopleiding “Gezonde Ambitie”. Echt amateurvoetbal is ook voetbalromantiek en is van alle tijden.