‘Peter, kom je even mee?’
‘Goed, maar wat is er aan de hand?’
‘De wedstrijd van JO17-1 dreigt volgens mij uit de hand te lopen.’
‘Waarom dan?’
‘Weet ik niet, maar er zijn er al twee van ons uitgestuurd en Luuk gaat totaal uit zijn dak.’
‘Dan is er wel wat gebeurd, want hij is normaal gesproken de rustigste trainer die we hebben. Wie fluit er?’
‘Zantema.’
‘Dat is toch wel een goede scheidsrechter?’
‘Ik heb nog nooit klachten over hem gehoord.’
‘Nou, we horen het zo wel.’

Als Peter en Ties bij het veld komen, klinkt net het eindsignaal en ontstaat er opnieuw een enorm kabaal. De spelers en de begeleiding vliegen namelijk woest op de scheidsrechter af om hun onvrede te uiten. Die is alleen niet van dit commentaar gediend, geeft nog één speler rood en dreigt de anderen eveneens een kaart te geven. Zover komt het echter niet, want Peter en Ties rennen gelijk naar het opstootje toe en weten de verhitte gemoederen weer vrij snel te sussen.

De heren beseffen echter dat het probleem hiermee niet is opgelost en daarom lopen ze naar een rustig plekje op het veld om even te overleggen.
‘En nu?’
‘Ik denk dat we eerst maar eens moeten horen wat er gebeurd is.’
‘Daar loopt de trainer van de tegenpartij. Zal ik hem eens vragen waarom de wedstrijd zo heftig is verlopen? Dan horen we in ieder geval ook een neutraal iemand.’
‘Best. Doe maar. Ik loop wel even mee.’

Als de beide mannen bij de trainer komen en hem om informatie vragen, krijgen ze meteen een overduidelijk antwoord.
‘Die scheidsrechter floot vandaag met maar één doel en dat was zijn clubgenoten benadelen. Vanaf het allereerste moment was hij al volledig op onze hand en dat is de hele wedstrijd zo gebleven. Die kaarten trok hij volgens mij wel terecht, want jullie spelers gingen op een gegeven moment ontzettend tegen hem tekeer en de begeleiding deed daar ook aan mee. Hoewel ik vind dat een teamleiding zich nooit zo mag laten gaan, kan ik me hun gedrag aan de andere kant wel een beetje voorstellen. Ze zijn namelijk gewoon genaaid en ook nog door iemand van hun eigen club.’
‘Noem eens wat voorbeelden?’
‘Ten eerste heeft hij voor geen enkele overtreding van ons gefloten, maar kregen jullie bij het minste of geringste een vrije trap tegen. Verder gaf hij ons een penalty die helemaal nergens op sloeg, wilde hij een handsbal van een speler van mij in ons eigen strafschopgebied niet zien en keurde hij een zuiver doelpunt van jullie af wegens buitenspel. Onze grensrechter vlagde zelfs niet eens. We hebben de 3-0 overwinning daarom voor het overgrote deel aan de scheidsrechter te danken.’

Ties en Peter kijken elkaar verbaasd aan, want dit hadden ze van zowel de scheidsrechter als de leider en de trainer niet verwacht. Ze weten ook niet echt hoe ze dit probleem aan moeten pakken en daarom lopen ze in de richting van de kantine om dit nog even met elkaar te bespreken.
‘Die Zantema heeft er dus een rommeltje van gemaakt.’
‘Dat lijkt er wel op, maar de begeleiding had beter op de spelers moeten letten. Daarom vind ik die kaarten niet onterecht. De jongens moeten nu eenmaal leren dat ze niet alles tegen een scheidsrechter kunnen zeggen. In uitwedstrijden treffen ze er immers ook wel eens één die tegen hen is.’
‘Daar heb je zeker gelijk in, maar we moeten volgens mij ook eens met die Zantema praten en hem gewoon eerlijk vragen waarom hij zo slecht gefloten heeft.’
‘Dat ben ik met je eens.’
‘Mooi. Laten we nu maar naar het wedstrijdsecretariaat gaan. Dan zijn we er tenminste als de heren zo het wedstrijdformulier gaan tekenen. Wat moeten we trouwens met die kaarten?’
‘De regel van de vereniging is dat ze doorgegeven worden aan de KNVB.’
‘Dan moet dat nu ook gebeuren. Tenzij er zo nog nieuwe feiten aan het licht komen.’
‘Wat verwacht je dan?’
‘Weet ik niet, maar ik vind het heel raar dat mensen die normaal gesproken heel rustig zijn, nu ineens zo met elkaar in de clinch liggen.’
‘Ja, dat is minstens vreemd.’

Als de twee bestuursleden de gang naar het secretariaat inlopen, zien ze dat de leider en de trainer hen al op staan te wachten. Ties, die jeugdvoorzitter is, besluit dat het goed is om de mannen meteen hun woordje maar te laten doen.
‘Heren, hoe kon dit allemaal gebeuren? Ik heb jullie nog nooit zo kwaad gezien.’
‘Als ik je alles vertel, weet ik zeker dat je begrip voor ons hebt.’
‘Nou, zeg het dan maar.’
‘Waarom denk je dat die Zantema zo tegen ons heeft gefloten en twee keer veertig minuten heeft geprobeerd om mijn spelers uit de wedstrijd te praten?’
‘Geen idee.’
‘Omdat hij het ons kwalijk neemt, dat zijn zoon Jurgen teruggezet is naar de JO17-2.’
‘Hoe weet je dat?’
‘Voor de wedstrijd moest onze grensrechter bij hem komen en die kreeg te horen dat hij vandaag extra in de gaten gehouden zou worden. Een team dat zo verschrikkelijk slecht met zijn spelers omging, verdiende het volgens Zantema namelijk om streng aangepakt te worden. Nou en dat heeft hij gedaan.’

Ties en Peter kijken elkaar opnieuw verbaasd aan, want dit hadden ze totaal niet verwacht.
‘De trainer van de tegenpartij vertelde me net precies hetzelfde verhaal als jij. Hij vond alleen wel dat jullie nogal heftig op de scheidsrechter reageerden en daar baalde ik eerlijk gezegd behoorlijk van, maar nu ik dit hoor, kan ik het me wel een beetje voorstellen. Al keur ik het nog steeds niet goed.’
‘Dat kan ik me voorstellen, want jij hebt niet gezien en gehoord wat er allemaal in het veld is gebeurd. Bijvoorbeeld dat grijnzen wat die kerel voortdurend deed. Vooral na die onterechte penalty. Ik ben normaal altijd heel rustig, maar op dat moment was ik echt in staat om hem aan te vliegen. Hoewel ik met je eens ben dat het niet goed is, kan ik me de reacties van mijn spelers daarom erg goed voorstellen. Vooral omdat hij na elk onterecht fluitsignaal van hem tegen de jongens riep: ‘Dat heb je ervan als je een speler je team uit werkt.’ Ik weet dus niet wat er met die kaarten gebeurt en normaal zeur ik daar ook nooit over, maar nu zou ik het onterecht vinden als er jongens geschorst worden.’

Ties krabt een keer op zijn hoofd, maar heeft zijn besluit snel genomen.
‘Gaan jullie maar vast naar het wedstrijdsecretariaat. Ik ga eerst nog even met de leider en de trainer van de tegenpartij praten. Die zijn met een beetje geluk nog in de kleedkamer.’
‘Zal ik met je meelopen?’
‘Dat is goed.’
‘Wij wachten wel hier. Als ik alleen met die scheidsrechter in dat hokje zit, heb ik namelijk binnen een paar tellen weer ruzie met hem.’
‘Afgesproken. We zijn met een minuutje of tien terug.’

Als de twee bestuursleden bij de kleedkamer van de tegenpartij komen, botsen ze bijna tegen de leider en trainer, die net naar buiten komen, aan.
‘Hallo heren. Hebben jullie even?’
‘Zeker.’
‘Het gaat nog even over de wedstrijd. We weten inmiddels wat de oorzaak van alle ellende is. De zoon van de scheidsrechter speelde tot twee weken geleden in dit team, maar hij kwam kwaliteit tekort en is daarom teruggezet naar de JO17-2. Omdat pa dit niet kon verkroppen en de spelers plus begeleiding de schuld van alles geeft, heeft hij op deze manier wraak genomen. Dat probleem zal echter wel opgelost worden, maar we zitten even met die drie rode kaarten. Normaal gesproken geven we kaarten altijd door aan de KNVB, maar in dit geval lijkt ons dat niet terecht. We willen dus in ieder geval eerst met de scheidsrechter praten voor we besluiten wat we hiermee gaan doen en ik hoop dat jullie je hierin een beetje kunnen vinden.’
‘Geen probleem. We begrijpen het verhaal en van ons hebben jullie geen last.’
‘Mooi, dan gaan we nu naar het wedstrijdsecretariaat om de zaak verder te regelen.’
‘Succes ermee.’
‘Dank je wel en ik laat nog wel even weten wat we besloten hebben.’
‘Afgesproken.’

Ties en Peter gaan nu snel naar het wedstrijdsecretariaat, waar de scheidsrechter ook net naar binnen loopt.
‘Zantema, we moeten even praten.’
‘Waarover?’
‘Over de wedstrijd van vandaag. Loop je even mee naar de bestuurskamer. Daar is het rustig en kunnen we tenminste ongestoord praten.’
‘Ik heb eigenlijk weinig tijd en ik weet niet waar jullie het over willen hebben, maar wat mij betreft valt er weinig meer te zeggen. Die spelers hebben zich ernstig misdragen en zullen dus worden gestraft.’
‘Loop toch maar even met ons mee. Heel lang hoeft het niet te duren.’
‘Nou, goed dan.’

Als de mannen in de bestuurskamer zijn, valt Ties direct met de deur in huis.
‘We hebben nog nooit iemand over je manier van fluiten horen klagen, maar vandaag schijn je geen beste wedstrijd te hebben gefloten.’
‘Wie zegt dat? Die asociale begeleiding van onze JO17-1 zeker. Zij kunnen beter wat normaler met hun spelers omgaan, dan zich zo te misdragen als vandaag.’
‘Ik heb de trainer van de tegenpartij gesproken en die zegt ook dat je heel erg tegen ons hebt gefloten. Erger vind ik echter nog wat je vooraf tegen onze grensrechter en in het veld tegen de spelers hebt gezegd. Hieruit maak ik namelijk op dat je boos bent omdat je zoon Jurgen naar de JO17-2 is gegaan en via deze wedstrijd wraak hebt willen nemen. Hoewel we het gedrag van de spelers echt niet goedkeuren, willen we daarom niet dat de rode kaarten doorgegeven worden.’

De scheidsrechter vliegt overeind en is het hier duidelijk totaal niet mee eens.
‘Dat geklets over mijn zoon, is de grootste onzin die ik ooit heb gehoord. Die rode kaarten geef ik dus gewoon door, want die zijn allemaal meer dan terecht gegeven.’
‘Je bent er dus zeker van dat je manier van fluiten vandaag niets met je zoon te maken heeft gehad?’
‘Honderd procent zeker.’
‘Waarom zei je dan tegen onze grensrechter dat zij slecht met hun spelers omgingen en het daarom verdienden om hard aangepakt te worden. Plus dat je zoiets dergelijks in het veld ook voortdurend tegen de spelers blijkt te hebben geroepen. Was dat dan zomaar voor de lol?’

Het blijft nu een moment stil, maar dan springt Zantema weer op.
‘Weet je wat het is. De hele club is tegen mij en mijn zoon. Eerst moest Jurgen uit het team worden gewerkt en nu moet ik de club zeker uit. Weet je wat jullie moeten doen? Het lekker bekijken met elkaar. Ik ga naar huis en jullie zien me echt nooit meer terug.’
‘Doe nu geen rare dingen en denk er nog eens over na.’
‘Niet nodig. Ik wil geen minuut meer bij deze vreselijke club zijn. De groeten.’

Voor Ties en Peter nog iets kunnen zeggen, is Zantema de deur al uit en een paar minuten later zien ze hem met een kwaad gezicht voor het raam heen naar de uitgang van het complex lopen. Eerst denken ze nog dat het een bevlieging van de man is en hij over een paar dagen wel weer op zijn beslissing terugkomt. Als ze ’s maandags horen dat hij zijn lidmaatschap heeft opgezegd, beseffen ze echter dat zijn besluit definitief was.



Elke maandagochtend om 11 uur een nieuw amateur voetbalverhaal door Henk Doppenberg!

mailing-voetbalvrienden
reclame-feestdagen

Nadere introductie Henk Doppenberg.

Persoonlijkvroomshoopse-boys-3
Ik ben geboren in 1961 en opgegroeid in de schitterende buurtschap Veenhuizerveld (gemeente Putten – Gelderland), op nog geen vijf minuten afstand van de velden van Rood-Wit’58. Een voetbalvereniging die heel veel invloed op mijn leven heeft gehad. Het voetbal is al vijfenveertig jaar mijn allergrootste hobby.

Sportief
Ik ben al sinds 1971 lid van mijn voetbalclub, maar heb niet lang gevoetbald. Het leek me, mijzelf kenende beter op mijn achttiende ermee te stoppen en vrijwilliger bij de club te worden. Dit doe ik al jaren met heel veel plezier en ik hoop dit dan ook nog heel lang vol te houden. Momenteel ben ik bezig met mijn derde periode als jeugdvoorzitter van Rood-Wit’58.

Studie
Door twee ‘linker handen’ was een technische opleiding geen optie en werd het MAVO. Dit is niet echt een succes geworden, want ik was vaker op het voetbalveld te vinden dan achter mijn boeken en daardoor haalde ik met hangen en wurgen mijn diploma. De enige positieve uitschieter op mijn eindlijst was een acht voor Nederlands, maar dat kwam denk ik vooral door mijn opstel over Johan Cruijff en zijn conflict met Hennes Weisweiler, zijn toenmalige coach bij Barcelona.

Maatschappelijk
Omdat ik niet verder wilde studeren ben ik al jong gaan werken. Al vrij snel werd ik ondernemer en ging ik sportprijzen, sportartikelen en relatiegeschenken verkopen. Helaas kwam daar door omstandigheden een eind aan.

Schrijven
Toen rees de vraag: hoe verder? Een online schrijfcursus zette van het ene op het andere moment mijn leven totaal op zijn kop. Na een paar lessen wist ik namelijk al zeker, dat ik nu iets deed waar ik echt gelukkig van werd. De laatste zes jaar heb ik dan ook al mening uurtje achter mijn laptop doorgebracht en ik verzeker u, dat ik steeds blijer word van mijn werk. Van je hobby, zo niet passie, je werk maken, kan het mooier?

Leave a comment

Copyright © | Website gerealiseerd door: Alexander Fokkert
KVK Nr: 40059538

vv. Vroomshoopse Boys
Flierdijk 5a
7681 RB, Vroomshoop

T: 0546 - 64 63 62
E: info@vvvroomshoopseboys.nl